De nationale feestdag en de kroning van Koning Filip verliep
in de beste omstandigheden, maar heeft ons land echt baat bij een koning of
zouden we beter af zijn met een president? En wat met de dotaties?
In een complex land als België waar Vlamingen, Walen,
Brusselaars en Duitstaligen samenleven en waar de drie zuilen (vakbonden &
mutualiteiten) de plak zwaaien, is een ‘politiek neutrale’ koning ongetwijfeld
een betere optie als staatshoofd in vergelijking met een ‘politiek betrokken’
president.
Voor het uitoefenen van de protocollaire functies van een
staatshoofd maakt het alvast geen verschil of een koning of president aan het
hoofd staat van de staat. Anders ligt het voor de politieke functie van staatshoofd.
Je zou de rol van het staatshoofd kunnen uitschakelen en onder andere de taak
van benoeming van informateur en formateur kunnen toebedelen aan ‘s lands
grootste politieke partij. Als die er echter niet uitgeraakt: wat dan?
Koning Albert II bewees door zijn creatief vermogen dat het
mogelijk is om als koning met een aantal creatieve zetten iets te bewegen op
het politieke speelveld. Het is nog maar de vraag of een politieke partij of
strekking daar ook toe in staat zal zijn. Alle politieke partijen in ons land
leggen maar verantwoording af aan één kant van de taalgrens. In een politieke
formatieronde valt het dan ook te begrijpen dat een politieke partij zoveel als
mogelijk de belangen van de kiezers uit het eigen taalgebied probeert te
verdedigen. De koning kan – als politiek neutraal persoon – optreden als
facilitator bij de vorming van een nieuwe federale regering.
Ondanks zijn rol als politiek facilitator, is en blijft de
dotatie van de koning natuurlijk wel buiten proportie. Voortaan komen broers en
zussen van de troonopvolger wel niet meer in aanmerking voor een dotatie, toch
is het bedrag van 11,55 miljoen euro overdreven. Daar bovenop komen dan nog de
kosten voor huisvesting, beveiliging, personeel en transport.
Een bedrijf dat een nettodividend uitkeert van 11,5 miljoen
euro moet een omzet draaien van om en bij de 467 miljoen euro en hierop een 5
procent winst maken voor belasting. Onderstaande tabel toont de berekening in
twee richtingen.
nettodividend / dotatie |
11,55 miljoen euro |
25 procent roerende voorheffing |
11,55 / 0,75 = 15,4 miljoen euro |
33,99 procent vennootschapsbelasting |
15,4 / 0,6601 = 23,3 miljoen euro |
omzet (winst voor belasting bedraagt 5 procent) |
23,3 / 0,05 = 467 miljoen euro |
omzet |
467 miljoen euro |
winst voor belasting bedraagt 5 procent |
467 miljoen x 0,05 = 23,3 miljoen euro |
33,99 procent vennootschapsbelasting |
23,3 x 0,3399 = 7,9 miljoen euro |
saldo |
23,3 – 7,9 = 15,4 miljoen euro |
25 procent roerende voorheffing |
15,4 x 0,25 = 3,9 miljoen euro |
nettodividend / dotatie |
15,4 – 3,9 = 11,55 miljoen |
Die berekening bewijst de buitensporigheid van de dotatie.
De politiek kent onze vorst een dotatie toe van 11,55 miljoen euro, maar
diezelfde politiek schreeuwt moord en brand als een manager die 65 uur per week
werkt meer dan 1 miljoen euro verdient. Twee maten en twee gewichten. Een
diepgaand politiek debat om de dotatie van de vorst te herbekijken, dringt zich
duidelijk op.