Toegeven op het vlak van het hoofddoekenverbod zou onherroepelijk betekenen dat de klok wordt teruggedraaid. En niet zo’n klein beetje, maar meteen ganse eeuwen. Bijna zo oud als de mensheid is, zo lang hebben vrouwen geijverd om dezelfde rechten te verwerven als de mannen. Vrouwenemancipatie en het feminisme hebben een heel lange geschiedenis. Vrouwen zijn altijd al onderdrukt geworden. Ze werden bij de geboorte gedood, als heksen verbrand of als oorlogsbuit geroofd en verkracht. Ze fungeerden als slavinnen, mochten geen eigen geld of bezittingen hebben, werden uitgehuwelijkt en waren de eigendom van hun man. Vaak mochten ze niet eens in hun eentje naar buiten gaan, zoals in China, waar meisjesvoeten werden ingebonden en verminkt. Vrouwen hebben altijd het meeste werk gedaan, en niet zelden het zwaarste werk. Ze werden eeuwenlang uitgesloten van de politieke macht en zowat overal werd de vrouw haar seksualiteit onderdrukt. Wat haar verboden werd, was aan mannen wel toegestaan. Door de eeuwen heen en in verschillende culturen wereldwijd zijn vrouwen sinds mensenheugenis onderdrukt geweest. Soms openlijk en wreed, soms subtiel en schijnbaar geciviliseerd. De vrouwen lieten het meestal gebeuren en legden zich neer bij de situatie, want ze konden zich geen ander leven inbeelden omdat ze ervan uitgingen dat ze minderwaardig, dommer of zwakker waren. Maar die tijden zijn voorbij. Althans in Europa en in Amerika, de Westerse wereld. Pas de voorbije 100 jaar hebben vrouwen zich hier grotendeels van het mannelijke juk weten te bevrijden. Ze hebben nu verworvenheden als recht op onderwijs, seksuele vrijheid, gelijke behandeling binnen het gezin en op gerechtelijk vlak. De democratiseringsbeweging met het algemeen vrouwenstemrecht is zelfs nog heel jong want het dateert pas van na de Tweede Wereldoorlog, uit 1948. Aan dit alles ging een lange, uiterst moeizame strijd met talloze opofferingen door vele vrouwen vooraf. Deze verworvenheden van de vrouw gelden echter niet voor het overgrote deel van de rest van de wereld. Daar staan vrouwenemancipatie en feminisme nog in de kinderschoenen. Zelfs het dragen van een doodgewone broek is in sommige van die landen nog steeds het exclusieve voorrecht van mannen, zoals onlangs bleek in Soedan. Een vrouw die een broek had gedragen werd er opgesloten en kreeg ei zo na 40 zweepslagen. Is het dit wat wij willen voor ons land? Willen wij onze dochters, zussen en moeders binnenkort het recht ontzeggen om een broek te dragen? Want het begint bij een hoofddoek, maar waar eindigt het?
Binnen het islamitische geloof is de verdrukking van de vrouw nu eenmaal nog steeds alom tegenwoordig. Jonge moslimmeisjes die in een Westers land wonen en een hoofddoek dragen, stellen nochtans graag dat zij dat doen uit vrije keuze, “omdat god dat vraagt” van hen. Maar hoe zouden jongeren kunnen weten wat god van hen verlangt? Het antwoord is: indoctrinatie door koranexegeten, godsdienstleraars en imams. Die stellen dat de koran dit voorschrijft, ook al is er nergens een passage over een hoofddoek te vinden. Er staan hoogstens enkele richtlijnen in over het bedekken van vrouwelijke lichaamsdelen zoals de boezem. Sluiers en hoofddoeken worden in de islamwereld echter beschouwd als symbolen van traditionele deugden zoals kuisheid en gehoorzaamheid. De ‘marktwaarde’ van een moslima stijgt erdoor, waardoor ouders meer kans hebben op een goede huwelijkspartij voor hun dochter.
De codering van de meisjes- en vrouwenkledij heeft de mannelijke suprematie in de moslimmaatschappij bevorderd. In de loop der tijd is dit gegeven door politieke en religieuze machthebbers en tekstinterpretatoren – per definitie bijna uitsluitend mannen – verder uitgewerkt en gestuurd. Opmerkelijk is dat diezelfde islamgeleerden die de godswens ‘overbrengen’ op jonge moslima’s tegelijkertijd vergeten te vertellen dat god hen in de koran letterlijk ondergeschikt vindt aan de man. Daardoor worden de vrouw beduidend minder rechten en des te meer plichten toebedeeld. De vrouw moet zich aan de wensen van haar echtgenoot onderwerpen, en zoniet mag hij haar met harde hand weer op het rechte pad brengen. In de middeleeuwen zou daar in onze contreien wellicht geen haan naar hebben gekraaid. Maar de vraag is of een dergelijke discriminerende geloofsovertuiging, met een gelegitimeerde mannelijke suprematie en vrouwen die hun politieke, economische en juridische gelijkheid worden ontzegd, vandaag de dag nog thuishoort in onze moderne westerse maatschappij en een eigentijds kader.
Het antwoord is gekend.
Dergelijke religie is totaal in strijd met de Rechten Van De Mens en kan dus bezwaarlijk acceptabel worden genoemd. Misschien moeten de korangeleerden een voorbeeld nemen aan hetgeen met de bijbel is gebeurd, en bepaalde teksten als tijdsgebonden interpreteren en niet langer passend binnen de huidige tijdsgeest. Met moderne moslims is het ongetwijfeld wel mogelijk om samen een leefbare maatschappij uit te bouwen waar het voor iedereen aangenaam vertoeven is, waarin iedereen evenveel waard is en door zijn medemens als volwaardig mens wordt beschouwd. Overigens, diverse moslimlanden geven zelf reeds het goede voorbeeld. In Turkije is sinds 1989 het dragen van hoofddoeken in openbare gebouwen verboden. Ruim vijftig jaar eerder had Mustafa Kemal Ataturk al de scheiding van kerk en staat doorgevoerd. De visionaire staatsman realiseerde zich maar al te goed de gevaren die anders dreigden. In het pluralistische, democratische en multireligieuze België bestaat uiteraard eveneens de scheiding van kerk en staat. De vraag is echter: hoelang nog? Want met het belijden van een godsdienst en met godsdienstvrijheid heeft de hetze rond de hoofddoeken an sich niets meer te maken. Dit gaat bijlange niet om het viseren of discrimineren van moslimmeisjes en –vrouwen. De Antwerpse hoofddoekenaffaire is duidelijk niets meer dan een regelrechte provocatie aan het adres van gastland België. Het is een teken aan de wand dat de moslimvrouwen hier nog steeds niet dezelfde kansen en rechten hebben als de andere inwoonsters, en er zelfs op achteruit gaan. Ofwel is er een minimaal geloof in de waarden van onze moderne Westerse maatschappij. Ofwel is dat er niet en kan iedereen zijn zin doen en naar eigen goeddunken stellen dat de man het recht heeft om zijn vrouw lijfstraffen te geven en haar zelfs te vermoorden indien hij meent dat de eer van de familie in het gedrang is. Maar eigenaardig genoeg lijken de islamieten zelf zich dat niet te (willen) realiseren – de mannen uiteraard, want de vrouwen hebben amper iets te zeggen. Islamofilie, de kritiekloze verering van de islam, is hiervoor het enige juiste woord. Of is ‘onderdrukking van de vrouw’ beter op zijn plaats, meneer Taouil?
Feit is dat de hoofddoek vandaag de dag veel meer in het straatbeeld aanwezig is dan enkele jaren geleden. Men mag niet vergeten dat de sluier een traditie heeft als protestsymbool. In de Westerse context vertaalt zich dat als het dragen van de hoofddoek om zich af te zetten tegen een behandeling als tweederangsburgers. Dergelijke kwesties als het hoofddoekendispuut zijn echter vooral een bewijs van de toenemende islamitische radicalisering en het oprukkende moslimextremisme. Het probleem is dat de moslimburgers, die steeds grotere groep binnen Europa, niet langer geneigd zijn zich aan te passen aan de bestaande samenleving. Ze vinden dat ze zichzelf moeten kunnen zijn en blijven. Dergelijke houding kan bezwaarlijk migratie worden genoemd; dit is je reinste kolonisatie. De interactie tussen de steeds strengere, conservatievere moslimgemeenschap, en de lakse, sussende autochtone bevolking dreigt op termijn te leiden tot de opoffering en het verlies van een aantal westerse waarden, verworvenheden en culturele eigenheid. De islam wordt, gedeeltelijk uit vrees, gedeeltelijk uit verkeerd begrepen tolerantie, met fluwelen handschoenen aangepakt. Ondertussen blijven linkse goedgelovigen hopen en wachten op een verdraagzame, begripvolle islam die past binnen het Europese kader. We mogen hier niet blind voor zijn onder het mom van diversiteit en verdra
agzaamheid, zeker niet als dat betekent dat we onze eigen waarden en culturele eigenheden moeten opofferen. Niet enkel migranten moeten hier een toekomst kunnen hebben, we mogen ook onszelf niet uit het oog verliezen. Het risico is groot dat onze kinderen zich uiteindelijk vreemden in hun eigen land zullen voelen, opgroeiend tussen gesluierde klasgenootjes met onherkenbare mama’s die schuil gaan onder een hoop doeken. Het niet-dragen van een hoofddoek zal dan onvermijdelijk een stigma te worden, ook voor moderne moslima’s. Als we niet in de kuil van het cultuurrelativisme willen kukelen, dan wordt het dus hoog tijd dat de grens wordt getrokken en dat de Westerse en democratische verworvenheden worden bestendigd. Of, zoals professor en moraalfilosoof Etienne Vermeersch het reeds stelde: de kledingvoorschriften van de koran onderdrukken de vrouw en hebben hun tijd gehad. Dat scholen aan hun leerlingen kledijvoorschriften kunnen opleggen, zelfs een compleet uniform, is in ons land nooit betwist en niemand moet dus beweren dat een dergelijke maatregel niet legitiem kan zijn.
De problematiek van hoofddoeken op school is reeds in een gedoogzone beland. Zolang de rechten en plichten hieromtrent niet klaar en duidelijk worden afgebakend op politiek niveau, zal het een kwestie blijven van al dan niet tolerant te zijn tegenover het afwijkende gedrag van deze geloofsgroep. Enige tijd geleden stelde de toenmalige conservatieve Saoedische imam van het Islamitisch Cultureel Centrum (I.C.C.) in een interview”dat moslims beter uit België vertrekken als ze de echte islam niet kunnen beleven. De hoofddoek is heilig want de richtlijnen daaromtrent staan in de koran en die is niet voor compromissen vatbaar.” Misschien is dat, vanuit het oogpunt van beide partijen, de beste raad. Als een huwelijk niet werkt, dan scheiden op een gegeven moment de wegen. En dat geldt ook voor gedwongen huwelijken…
– Ivan Sabbe